Op een loos moment – nu moet ik zeggen dat de dag veel loze momentjes bevatte – dacht ik zoals wel vaker de laatste tijd na over mijn werkloze status. Nou, niet geheel werkloos, maar studiegerelateerd-werkloos. Ik zoek nog altijd verder. In het zonnetje in de tuin, ging ik weer eens na wat mijn ultieme baan is. Ik weet wel redelijk wat ik wil, maar er is zo veel en ik kan van dat alles zo weinig. Als ik de functie-eisen in een vacature lees zinkt de moed me al bijna in de schoenen: ‘Dat kan ik niet, dat kan ik ook niet, maar dit kan ik! Maar dát zal wel niet zo belangrijk zijn…’
Goed, ik dacht er ook over na dat het de eerste keer in mijn leven is dat ik werkelijk helemaal zelf moet kiezen wat ik wil en dat ik dit helemaal alleen voor elkaar moet krijgen. In de loop der jaren heb ik keuzes gemaakt die mij hebben gebracht waar ik nu ben, dat lijkt mij duidelijk. Toch voelden die keuzes anders, iets minder serieus. Er werd namelijk van mij verwacht dat die werden gemaakt en soms was het zelfs verplicht. Studieplicht, heb ik het dan over.
De basisschool kozen mijn ouders natuurlijk uit. In plaats van de christelijke basisschool in de straat, werd ik op de openbare basisschool om de hoek gezet. No problemo, het was leuk en mijn matties en ik waren anti-‘de andere school’: stomme kinderen, ze moeten daar ’s morgens bidden… Het was allemaal heel vanzelfsprekend, maar ik had ook best op die stomme-kinderen-school kunnen zitten, misschien was ik dan ook wel stom. In die tijd maakte ik al wel wat eigen beslissingen, ik had zo mijn interesses: gymen, turnen, paardrijden, blokfluiten, skeeleren, ik deed het allemaal. Behalve toen ik mijn arm brak met skeeleren en tijdelijk niet meer kon blokfluiten. Ik ben nooit meer op les gegaan, ondanks de mededeling van de lerares dat ik ‘talent’ had. Misschien was ik nu anders professioneel blokfluitspeelster met een mega carrière, je weet het niet.
De middelbare school koos ik uit op gevoel en daarmee de uitstraling van de school. Een modern gebouw, de rest van de scholen leek zo ouderwets: met hersenen op sterk water en bruin meubilair. Raar, want eigenlijk hou ik van dat ouderwetse gebeuren – ja, al voordat het hipster was.
Vervolgens werd ik dierenartsassistente. Dacht ik, maar na drie van de vier jaar op het mbo was ik daar niet zo zeker meer van. Mijn leven lang was ik al gek op dieren, maar ik wilde verder leren. Wat precies, dat wist ik nog niet. Het was meer een gevoel, alweer. Kunstacademie! Na een halfjaar vond ik het net iets te veel van de kunstzinnige bende en koos ik voor vier jaar redactie en media. Ziezo, alweer klaar!
Begrijp je wat ik bedoel als ik zeg dat het soort van verplichte keuzes waren? Eerst moest ik naar school, daarna koos ik maar iets op gevoel en streefde een kinderdroom na (iets met dieren), vervolgens zweefde ik zes maanden door de schoolgangen op zoek naar concepten en koos ik mijn laatste opleiding omdat ik het ‘anders echt niet meer wist’. Er was leerplicht en vervolgens de plicht om mijn studie af te maken – dat wilde ik graag hoor, maar anders moest ik ook veel studieschuld aflossen.
Nu voelt het anders. Ik kan me niet gewoon ergens inschrijven, ervoor betalen, aangenomen worden en opdrachten uitvoeren. Nee, ik moet werken, geld verdienen en taken zo goed mogelijk uitvoeren – oké, eerst aangenomen worden. Deze keer is het voor het ‘echie’, ik doe niet meer mee voor spek en bonen. Dit is de wereld van de volwassenen!
Maar goed, wat een diepzinnig gebeuren zo in het zonnetje, dacht ik opeens. Dus liet ik mijn gedachten maar weer even voor wat ze waren, en genoot van hopelijk één van mijn laatste (werk)loze momentjes.
Geef een reactie