Google Maps stuurt me via dezelfde weg terug als via welke ik hier kwam. Nee, denk ik, ik wil een andere omgeving zien nu ik hier nog ben. Ik draai om en loop een ander deel van Londen in. Wie weet wat ik op deze route tegenkom. Zit er nog een reden achter deze routewijziging? Komt er zo iets bijzonders op mijn pad? Terwijl ik me dat afvraag en mijmer over mijn concept waarmee ik daklozen eventueel kan helpen, want ja ik heb weer eens iets verzonnen waar ik misschien weer eens niets mee ga doen, zie ik een man die langs de weg mensen aanspreekt. De een wimpelt hem weg, de ander negeert hem en de volgende maakt een manoeuvre waarmee hij of zij de man ontwijkt. Er is geen twijfel over mogelijk: hij spreekt mij zo natuurlijk ook aan.
Eén. Twee. Dri…
‘Do you want to make a donation so homeless people can have a warm meal?’ vraagt hij. Boem. Daar is-ie, mijn ‘daarom nam je een andere route’-reden. Dit, en de rest van m’n nieuwe sight-see-omgeving, had ik anders misgelopen.
Hij schuift z’n klembord met daarop een A4-tje onder m’n neus. De informatie moet aangeven dat hij geen oplichter is en dat hij daar voor een betrouwbare organisatie staat, maar eerlijk is eerlijk: ook ik had dit papiertje kunnen printen. Maar goed, ik geloof hem. Met of zonder dit documentje.
‘Ik wil wel iets geven’ zeg ik hem. Hoeveel mag ik zelf weten. Cash of card maakt ook niets uit. ‘Het is niet veel, maar doe maar vijf pond. Ik heb zelf ook bijna geen geld meer.’
‘Dat is mooi, dat zijn twee maaltijden,’ maakt hij duidelijk terwijl ik me daar een beetje dom en onnodig sta te verontschuldig omdat ik niet nog meer maaltijden financier.
Ik neem wat van z’n kostbare mensen-scoortijd en vertel hem dat ik echt nét fantaseerde over mijn plan waarmee ik daklozen kan helpen. Dat is toch toevallig?! Ik licht nog even toe dat ik tijdens mijn reis zoveel mensen heb gezien die op straat leven… maar ik kan niet iedereen mijn geld geven, toch?
‘Nee, je kunt niet iedereen je geld geven,’ bevestigt de goeddoener terwijl hij me een doosje geeft met wierook. ‘Wij delen vandaag ook uit. Ruik maar, het is heel lekker.’
Ik bedank hem, wens hem veel donaties en loop door, blij met deze wending en m’n stokjes. Al vraag ik me af hoe lang deze lichte euforie aanhoudt, hoe lang het duurt voordat het schuldgevoel, dat soms de kop opsteekt als ik sommige daklozen zie en ik niets geef, er weer zal zijn.
Het antwoord op die vraag komt heel snel. Het waren twee geweldige minuten.
‘Can somebody help me? I don’t have a bed to sleep in!’ kermt een man vanaf zijn kartonnen bed, terwijl hij z’n hand gebruikt als kussen. Ik ben hem net voorbij als hij dit uitschreeuwt. Ik loop door. ‘Je kunt niet iedereen jouw geld geven,’ gebruik ik als mantra terwijl z’n noodkreet nagalmt.
Het fysiek, en ook wel mentaal, waarheidsgetrouwe cliché dat mensen er graag uitgooien als ik dat schuldgevoel deel, gaat door m’n hoofd: je kunt het gewicht van de wereld niet op je schouders dragen. Nee, dat kan niet. Niet volledig, maar een klein beetje kan toch wel? En mag ook wel, vind ik dan. En een beetje meer ‘iemanden’ die dat doen, dat mag ook wel. Vind ik. Zodat we er samen voor zorgen dat meer mensen het ook goed hebben.
Hier in Londen is het contrast, net als op tal van andere plaatsen, schrijnend. Aan de ene kant gaan mensen uit eten in volgeladen fancy restaurants (vast ooit guilty), worden ze gezien bij een roze Instagramwaardig cupcakeparadijs (god no), krijgen ze een haarverfbeurt bij de kapper (guilty, ooit), maken ze een reis door Europa (guilty) en nemen ze een anusbleekinkje (guil… no, got you). Wist je dat dat laatste echt bestaat? Om maar even aan te geven waar een deel van de wereld z’n geld aan uitgeeft.
Maar kijk, als je wilt, even met me naar de andere kant van deze luxe: daar vind je mensen die geen eten kunnen kopen op het moment dat ze honger hebben, laat staan uit eten kunnen. Mensen die niet thuis op de bank kunnen ploffen als ze zich moe of niet lekker voelen. Mensen die hun nachten buiten en op een kartonnetje doorbrengen. En in mijn ogen nog wel het ergste: mensen die worden gezien als mensen die je ontwijkt, die geen hulp verdienen en die we daarmee soms waarschijnlijk niet eens meer als mensen zien. Ze zijn er gewoon en je wordt er liever niet door lastiggevallen. Door deze mensen die ook een glimlach, wat hulp, een gesprekje en liefde kunnen gebruiken. Of in ieder geval een deel daarvan.
Wat denk je van, sinds dit verhaal begon in Londen (weet je nog, toen het nog een leuke kant op leek te gaan?), een andere variant van MIND THE GAP? Aangezien de meeste toeristen ondertussen ook wel weten dat ze op dat kleine, vaak niet eens opmerkelijke, gapje moeten letten. Oversteken blijkt hier veel gevaarlijker. Net als door de met daklozen gevulde stad lopen met cash op zak als je mij bent.
*Disclaimer: 1. Ik ga echt niet alleen maar over dakloze mensen schrijven, het wordt ook wel weer een keer grappig. 2. Ik benoem dit, maar iedereen moet natuurlijk zelf weten wat hij of zij met z’n geld doet. 3. Ik zie ook wel dat een deel van de mensen mijn muntjes zouden uitgeven aan iets anders dan eten, drinken of een overnachtig. Ik weet ook niet zo goed wat ik daarmee moet, maar m’n geld blijft dan in m’n zak. En ook dat is weer lastig. En verder geldt hier dezelfde disclaimer zoals je die vindt in ‘Het meisje met het getiste haar‘, al klinkt dat raar. Succes met zoeken.

Weer mooi en gepassioneerd geschreven. Het raakt me enorm en ik vind het voor mijzelf moeilijk.
Bij de Appie in Wormerveer stond vaak iemand met de daklozenkrant. Ik groette altijd, maar wilde die krant gewoon niet. Na één keer las ik ‘m niet meer en dan had ik weer onnodig voer voor de papierbak. Gewoon geld geven wilde ik wel, maar dat mocht niet.
En het zijn niet alleen de daklozen die armoe* lijden. Er is zoveel verborgen armoe. Echt schrijnend veel en dat weet ik uit mijn ervaringen met leerlingen en de gezinnen waaruit ze kwamen/komen.
Armoe* is ook iets waarvoor veel mensen zich enorm schamen. Dat is een historisch feit. Dat wordt in het boek Het Pauperparadijs zeer goed geïllustreerd.
Armoe heeft voor mij een *, want het kent zoveel gezichten. Eigenlijk geeft jij dat ook al aan. Armoe is als mensen doen alsof je niet bestaat. Armoe is als je geen eigen plek hebt. Armoe is als je ouders zich in de schulden moeten steken om jou een smartphone te geven. En als jij geen smartphone hebt, hoor je er niet bij en ook dat is armoe. Armoe is ook als je gepest wordt, omdat je de juiste kleding niet draagt.
En nog even over geen eigen plekje: als je onze dochter weer eens spreekt, vraag haar eens naar Housing First.
En ja, ik weet van het bestaan van een anusbleekinkje. Btw, ook not guilty.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een geweldige en uitgebreide reactie! En jouw verhaal en ervaring daarin. Bedankt daarvoor :)
LikeLike
Weer goed beschreven. Blijft altijd een moeilijk besluit wat wel en wat niet doen of geven.
Bewust zijn van deze schrijnende toestanden geeft aan dat je goed en lief bent
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi verhaal Marlijnelse! Waar en vaak naar, maar mooi geschreven. Dank je!
Quintes.
LikeGeliked door 1 persoon