Naar iets op zoek wat je daar niet vindt

Vol verbijstering kijk ik naar de klas die voor me zit. De studenten krijgen taart omdat meer dan de helft van de klas een enquête heeft ingevuld. Niemand reageert enthousiast. Allemaal staren ze naar één ding: hun mobiel. Ze zitten naast elkaar, maar daar is wat betreft het samenzijn ook meteen alles mee gezegd. In het halfuur dat ik daar zit, is er bijna geen interactie. Bij mij wel, want ik praat met de docent. Ik vraag hem of ze hun telefoon altijd gewoon mogen gebruiken in de klas. Dat blijkt per docent te verschillen. En dit moment is natuurlijk niet echt representatief; ik ben er, de docent praat met mij, de studenten (die willen) krijgen taart en over een halfuur is het tijd voor de vakantie waar ze allemaal aan toe zijn. Desalniettemin vind ik dit beeld ernstig en schreeuwt van alles in me dat ik hier iets aan moet doen – wat ik natuurlijk niet ga doen, want wie ben ik om me te bemoeien. Maar hierdoor rijst bij mij wel meer dan ooit tevoren de vraag: hoe schadelijk is het gebruik van onze telefoontjes voor onze sociale ontwikkeling? Dit kan echt, echt, echt niet goed zijn. Al helemaal niet voor jongeren die hiermee opgroeien. Ik weet hoe het werkt, want ook ik als volwassene verstop me soms op sociaal ongemakkelijke momenten in mijn telefoon. En als je zestien bent, dan is zo goed als alles sociaal ongemakkelijk, spannend, raar en maak je je druk over heel je eigen zijn. Een uitvlucht zoeken in TikTok-filmpjes, bij ‘prachtige’ en ‘coole’ influencers en op andere apps waarvoor ik waarschijnlijk te oud ben, is iets waar je op lange termijn niets aan hebt. Het is iets wat je keer op keer kortstondig blijft herhalen, omdat je niet leert van de situatie én geen echte voldoening vindt.

Uiteraard gebeurt dit niet alleen hier en bij deze jonge mensen. Ook in het ov, in volle werkkantines en zelfs op plaatsen die staan voor socialiteit, zoals restaurants, cafés en clubs, grijpt een overgroot deel relatief vaak naar de mobiel. Waarom? Gewoonte, verslaving en voor die kortstondige aandacht en bevestiging van mensen die er op dat moment niet zijn? Van mensen die er voor hen waarschijnlijk niet eens echt toe doen. Of waarvan zij, net als andersom, een onrealistisch beeld hebben. Terwijl het echte contact voor het grijpen ligt. Het echte contact, dat soms moeite kan kosten en ongemakkelijk kan zijn, maar waar je van leert en waar je voldoening uit haalt als je in het moment zit. Tenzij je echt even met mensen zit opgescheept die je niets vindt of wanneer je in een of andere verschrikkelijke sociale verplichting terecht bent gekomen. Dat kan. Dan heb ik niets gezegd. Pak lekker je telefoon.

Wel ga ik nog even door. Weet je wat ik ook verschrikkelijk vind? Filmpjes op het internet die niet ontstaan zijn in een spontaan moment, maar met de insteek ‘dit gaat het internet op, hier gaan we likes mee scoren’. Oftewel: een schreeuw om aandacht en behoefte aan dopamine, serotonine en die korte en verslavende voldoening die deze met zich meebrengen. Voorbeeld? Deze mannen die elkaar ingraven tijdens een (hopelijk) gezellig uitje. Ik gok dat ze wel heel veel plezier hebben gehad. Alleen het doel zit me dwars. Iets met het gaat niet om de bestemming, maar om de reis. Deze reis was vast zeer vermakelijk, maar waarschijnlijk met vooral de bestemming (internet) in het achterhoofd. Ja, ik walg hier steeds een beetje meer van. Ook al lach ook ik om tal van andere filmpje die langskomen op m’n tijdlijn. Dat dan wel.

Uiteraard maak ik me er zelf verder ook schuldig aan. Ook ik deel verhalen, video’s en foto’s op het internet. Vooral sfeerfoto’s van gezellige uitjes, vriendinnenfoto’s waarop je toevallig een keer wel goed staat, vaak met een biertje erbij – want met alcohol op lijkt het delen van een verhaal vaak opeens een beter idee. Maar toch vraag ik me als ik dat doe wel vaak af what the fuck wil ik daarmee bereiken en wie the fuck boeit het dat ik met m’n vriendinnen in een hottub in België zit? Er zit natuurlijk iets achter de behoefte om mensen te laten zien hoe leuk je het hebt. Of, vind ik, nog erger: achter het delen van hoe goed je er op dat moment – en een paar filters verder – uitziet. Je hebt het gedrag en je hebt de behoefte. Wat is die behoefte? Die kortstondige bevestiging van anderen, al is het voor een paar seconden? Klinkt best triest, omdat het leven zoveel beter en echter kan zijn.

Ben je er nog? Want ik ben niet te stoppen. Ik ga nog heel even door. Oké? Zelf ervaar ik best vaak telefoonschaamte. Ken je dat? Ik heb het wanneer ik op straat loop en een appje beantwoord óf gewoon van liedje wissel, waarvoor ik toch m’n telefoon nodig heb. Vooral als ik m’n telefoon in m’n hand heb op het moment dat er een schattig oud en smartphoneloos (geweldige invulling) mannetje voorbijloopt die leeft in een wereld vol met telefoonzombies, waarvan ik er op dat moment één ben. Of als ik in de trein continu op m’n telefoon zit. Zelfs als dat is omdat ik Duolingo speel en aan m’n Frans werk – en waarbij ik dan soms hoop dat mensen wel zien dat ik iets nuttigs met m’n tijd doe en niet dom zit te appen. Ja, dat is nog zoiets. Oui, je suis triste aussi.

Naast al dat telefoongebruik in het openbaar, vind ik het eigenlijk het meest vervelend als ik er thuis een confettitijd van maak. Wat inhoudt dat je nooit volledig op iets focust, maar aan de lopende band even uitcheckt om op je mobiel te kijken. Kijkend naar allerlei onbelangrijke, of soms zelfs geen, meldingen. Om vervolgens toch door te scrollen naar… Ik heb geen idee waarnaar. Vaak eigenlijk naar iets wat je daar niet gaat vinden. Althans, niet echt. Vind je dat wel, dan voelt dat eventjes goed. En dus zoek je daarna door. Tegen beter weten in. De vraag is namelijk niet of je dat fijne gevoel weer vindt, maar wanneer. Of het is een uitweg van iets wat je moeite kost, maar wat je uiteindelijk wel voor lange tijd een voldaan gevoel geeft.

Anyhow… Ondertussen ben ik van boos naar bozer en gefrustreerd(er) gegaan en vraag ik me af waarom ik in hemelsnaam nog zo’n kutsmartphone heb. Ja, zodat ik Frans kan leren, naar m’n tot vervelens aan toe herhalende muziekloop kan luisteren, de gezellige groepscommunicatie met vriendinnen en m’n ouders niet mis, navigatie heb en het gemak genaamd Google binnen handbereik heb. Maar dat is het dan ook wel. En zelfs voor sommige van die opties heb ik eigenlijk niet eens een mobiel nodig. Ik zit blijkbaar net als een groot deel van de wereld vast in een of andere verslavende façade. Fuckie. Zoals Esmée Denters ooit zei: get me outta here.

Mijn conclusie: De echte waardering en voldoening haal je niet uit het kortstondige, al voelt dat heel even goed. Het zijn die langetermijndingen waar je tot heel erg diep iets aan hebt. En ook al kosten juist deze dingen moeite en tijd, daarna hoef je niet meer te zoeken naar iets wat die leegte of dat verlangen op- of vervult. Ook al is dat moment allang voorbij. Je teert er namelijk heel lang op. En het leuke is; met die langetermijndingen kun je ook gewoon lekker de rest van je leven doorgaan.

We Mogen Weer 2022We Mogen Weer 2022

5 gedachten over “Naar iets op zoek wat je daar niet vindt

Voeg uw reactie toe

  1. Mooi geschreven, Marlijn.
    Heel herkenbaar én zo waar. Het is gewoon een verslaving en afkicken is moeilijk. Beangstigend is het ook wel, want je moet inmiddels zo’n ding hebben voor bankzaken, digitale identiteit, inloggen op je blog et cetera. De ontwikkelingen waren ook te snel: we zijn er niet mee en in opgevoed.

    Geliked door 1 persoon

  2. Gid verhaal klopt helemaal, we zien het vinden het niet echt kunnen. Maar maken ons daar af en toe toch ook een beetje schuldig aan hmmmm komt weer binnen 👍 👍

    Like

    1. Goed verhaal klopt helemaal, we zien het vinden het niet echt kunnen. Maar maken ons daar af en toe toch ook een beetje schuldig aan hmmmm komt weer binnen 👍 👍

      Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑