In de ochtend zit ze er al. Waarschijnlijk heeft ze hier heel de nacht doorgehaald. Dat doet ze vaak. Hoewel doorhalen een groot woord is. Aangezien ze meer dan eens in slaap valt op de barkruk. Nog voordat de tent opengaat staart ze vanaf haar favoriete plekje uit het raam en met haar alien-achtige ogen volgt ze de mensen op straat. Slechts een enkeling beantwoordt haar nieuwsgierige blik op het vroege tijdstip. Wat zal deze dag brengen? Ze zwiept haar lange, bruine staart ongeduldig heen en weer. ‘Gezelligheid kent geen grenzen. Kom maar op met die mensen’ is haar motto. Ze is een rasechte stamgast. Een trouwe ook. Dag in dag uit zit ze ín het café. Niet dat ze er ooit een stuiver uitgeeft. Nee hoor, voor het rijkelijk vloeiende bier haalt ze haar neus op. Toch vinden de café-eigenaren het prima dat ze er is. Ze lokt volk naar binnen met haar verleidelijke blik en catwalk-loopje. Zo wint ze velen voor zich. Stoot misschien een enkeling af. Een poesje dat goed is voor de omzet, noemen de kroegbazen haar ook wel. Ik sla haar gade en er gaat een golf van genegenheid en jaloezie door me heen. Was ik haar maar. In ieder geval voor een dag. Doe mij dat leven maar. Dat leven van die vrije café-kat.
Geef een reactie