Nee, hè… er zijn dagjesoma’s

Ik zag het helemaal voor me: een treinreis van anderhalf uur op zaterdagochtend, heerlijk rustige coupés en alle tijd om een boek te lezen. Niet dat ik er zeker van was dat mijn fantasie werkelijkheid zou worden, maar er was een kans. Wie moet er nou op zaterdagochtend met de trein? Helaas kreeg ik antwoord op die vraag.

Daar stonden ze, verzameld bij de ‘kaartenautomaat’. Grijze haren, over het algemeen kortgeknipt en met een rugzakje. Dagjesoma’s, natuurlijk. Vroeg uit de veren, om de hele dag goed te benutten. Ze bewegen zich voort in groepen – minimaal in paren – en een daarvan had zich verzameld bij de automaat. Ik zag mezelf al achter ze staan, in de rij die ze veroorzaakten met de verwoede pogingen om de ov-kaarten op te laden. Vervolgens zou ik mijn trein missen en te laat komen voor mijn afspraak. Gelukkig viel het mee en was ik het die mensen ophield door een onvoorziene ‘geen saldo’-melding.

Mijn fantasie maakte plaats voor de realiteit: het werd een klapstoeltje in een volle trein. Zaterdagochtend, negen uur. Persoonlijk had ik liever nog in bed gelegen. Helaas dachten de dagjesoma’s daar anders over, die waren waarschijnlijk om zeven uur al klaar voor hun uitje. Pratend over koetjes en kalfjes zaten ze twee uur later in mijn trein. Vaak vind ik het heerlijk om naar gesprekken van oudere mensen te luisteren, het klinkt allemaal zo liefelijk. Heel anders dan de zinnen die de jongeren van deze tijd produceren, die gebruiken bijna alleen maar scheldwoorden om hun verhaal te doen. Die jongeren waren gelukkig nergens te bekennen, die lagen allemaal nog in hun t*ring warme bed, of waren met een f*cking kater naar hun k*t werk, echt faya. Het waren de dagjesoma’s die ongevraagd mijn fantasie binnen kwamen lopen. Ik wil hun verhalen graag horen, but not on my train!

Plaats een reactie

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑