That wasn't me, that was Patricia. Hiermee kan genoeg gezegd zijn, maar dit is natuurlijk niet duidelijk genoeg. Wel voor mij, niet voor jou. Laat ik met de deur in huis vallen: ik had gisteren een kater van een heftig kaliber. De dag bracht ik zuchtend, horizontaal en balend door. De avond daarvoor begon leuk;... Lees verder →
Verloren in het zesde continent
Met een auto volgeladen met boeken, schilder- en schrijfspullen en het minimum aan kleding, ging ik nog even langs m'n ouders voor mijn vertrek naar het mini-huisje in Ooltgensplaat dat ik voor drie nachtjes had geboekt. "Wil je mijn mp3-speler met hoorspelen mee?" vroeg mijn vader vol enthousiasme op het moment dat ik al bijna... Lees verder →
Liefde en ik gaan niet echt samen
Zoals Halsey zingt, is het bij mij ook: I’m bad at love. Waar het anderen zo makkelijk lijkt af te gaan - uiteraard weet ik dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is, mochten er mensen zijn die me meteen op de vingers willen tikken voor deze uitlating - heb ik het idee dat ik... Lees verder →
Kansloos trots op mijn twee goede vrienden
Ik ben bijna nooit ziek. Hooguit verkouden of een beetje grieperig, maar nooit ziek genoeg om thuis te blijven van werk. Daar ben ik blij mee en kansloos genoeg soms zelfs een beetje trots op. Hell yeah, dat loyale afweersysteem van mij verdient de prijs voor de Beste Werknemer van het Decennium. Doorzettingsvermogen krijgt een... Lees verder →
Leraren zijn ook gewoon mensen
Op het perron wacht ik op de sprinter naar Uitgeest. Voor me staat de intercity naar Den Helder klaar voor vertrek. Die zal voor het eerst stoppen in Castricum. Achter het raam zit een grijze man met een bril en een bos bloemen. Ik ken hem! Hoe heet hij ook alweer? Eigenlijk weet ik niet eens zeker... Lees verder →
Zal ik zijn zoals ze dachten dat ik zou worden?
Vandaag is mijn oma Ada 80 geworden en mijn vader heeft een fotoalbum voor haar in elkaar geflanst. Het zijn eigenlijk gewoon a4-tjes van fotopapier waarop telkens vier oude foto’s zijn afgedrukt. Maar wat ik zie is prachtig. Ik blader het door, zie mijn opa Reint en vraag me af hoe mijn oma reageert als... Lees verder →
Hier is maar één weg (en een brug die open kan)
Een kleine begraafplaats omringd door hoge bomen, een moestuin, grazende koeien op een hectare land, eenden met pulletjes – ‘babyeendjes’ voor de niet-Zaankanters –, ganzen, een reiger en een eenzame zwaan. Dat is mijn Wormer. Een dorp dat ik een half jaar terug nog wilde inruilen voor de gemakken van de stad waar ik vandaan... Lees verder →
Huilen op de fiets
"Je moet kijken als je gaat inhalen," schreeuwt de vrouw vanuit de auto tegen me. Een seconde daarvoor stond ik te wachten voor het stoplicht. Iets daarvoor had ik fietsend een andere sportieve weggebruiker - een fietser dus - ingehaald. Dáárvoor wachtte ik met inhalen om een automobilist voor te laten gaan die ik aan... Lees verder →
Jaloers op hij die het nooit zal weten
Als ik haast heb, dan blijft hij altijd rustig liggen. Daar heeft hij het recht toe, want hij hoeft nergens heen. Ben ik verdrietig, dan pak ik hem stevig vast, maar hij omarmt mij nooit. Heb ik een huilbui, dan huil ik bij hem zo hard als nodig - maar wel zonder geluid. Nooit brabbelt... Lees verder →
De ouders van de oude man
Vaak fiets ik 's avonds door de donkere dorpsstraat en kijk om me heen. Daarbij gluur ik wat woningen in, maar niet lang genoeg om het op te laten vallen. Nee, ik ben snel voorbij op mijn tweewieler. Tal van lelijke schilderijen van kippenkonten, koeienkoppen en andere 'moderne' onzinkunst komen langs. Dan valt me iets... Lees verder →